Opdracht 11: creatief schrijven
Verlaten bos, verlaten loods. Jaren had deze ruimte dienstgedaan als opslagplaats tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was eraan te zien dat deze plaats al jarenlang niet meer bezocht was geweest. Beplanting had zijn eigen weg gevonden zowel binnen het gebouw als buiten op het gebouw. Binnenin viel vooral de bouwvalligheid van het gebouw op: de muren lagen meer op de grond dan dat ze rechtstonden, houtenvloeren kraakten alsof er hele kudde overliep maar dat waren slechts twee voetstappen, daarover later meer.
In de loods was slecht plaats voor een klein raampje. Door dat raam scheen een gebroken, schemerig licht. Toch kwam er genoeg zonlicht binnen om heel de kamer op te helderen. Het licht was helder genoeg waardoor hij dé broek zag liggen. Inderdaad, dé broek. Nooit had hij gedacht dat die bruine broek er zou liggen. Zijn vriend was het niet vergeten.
Zelf had deze man niet veel. Buiten zijn vriendelijke en warme lach had hij ook nog een blauw hemd aan. Altijd had hij al realistisch in het leven gestaan, dat moet ook we als (ex-)piloot. Dus dat dit hem overkwam had hij nooit kunnen denken.
Het licht viel niet alleen op de bruine broek, maar door het ingevallen ochtendlicht glinsterde iets op de broek. Het leek op een blikje. Wanneer hij dichterbij ging kijken, wist hij meteen wat het was: een blik pindanoten. Hoe lang zou dit blikje er al liggen?
Op het blikje stond dat de noten ongezouten waren, net zoals toen. Hij moest en zou de noten op eten, dus voor hij het goed en wel besefte was het blikje al opengetrokken. De maanvormige noten kwamen geurloos tevoorschijn. Bij de eerste noot die hij naar binnen stak, kwam een herinnering boven. Die ene avond hadden ze op diezelfde plek pindanoten gegeten. Nooit hadden ze harder gelachen als toen. Ze hadden samen naar het verleden gekeken, maar evengoed hadden ze samen een toekomst gepland. Nu zoveel jaren later bleek die toekomst anders te zijn gelopen.
Ik heb gekozen voor de man op de foto.