Opdracht 3: Lectuurfiche 1
Beckman, Thea Saartje Tadema, 1996, Nederland, Lemniscaat
Samenvatting:
Wanneer Saartje en broer hun moeder verliezen, worden ze naar een weeshuis in Amsterdam gestuurd. In eerste instantie is Saartje blij want ze mag naar school gaan. Ze had zichzelf al leren schrijven en lezen, het was een leergierig meisje. Toch blijkt het schoolleven niet echt iets voor haar te zijn, meester Jansen heeft het niet echt voor Saartje en zelf stelt ze lastige vragen. Veel vrienden heeft ze niet op school, dus ze is maar wat blij dat wanneer haar klein broertje Kobbeltje naar het weeshuis komt. Maar hij weet niet wie Saartje is. Met een list weet hij meneer Jansen te laten ontslaan. Op haar 10 jaar wordt ze overgeplaatst naar het meisjesweeshuis, waar ze leert naaien en borduren maar ook dit is niks voor Saartje. ze krijgt steeds meer de drang om het weeshuis te verlaten en de wereld in te trekken, dit doet ze. Ze gaat werken in een herberg waar ze Auke leert kennen, een Friese schipper.
Het verhaal speelt zich af in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam ten tijde van de VOC, begin 18e eeuw. Dit komen we te weten wanneer er wordt gevraagd naar de leeftijd van Saartje, ze is 7 jaar wanneer ze in het weeshuis komt. Op dat moment zijn we 1712.
Het hoofdthema speelt zich uiteraard af rond Saartje. Zij probeert ondanks alles toch een gelukkig leven te leiden. Aan de hand van boeken probeert ze dit. Maar omdat ze al zo snel weg is met het leren van schrijven en lezen wordt dit voor haar ook snel saai. Saartje verlangt naar de wereld buiten het weeshuis.
Wat vind je de moeite waard aan het boek? Wat viel tegen?
Het boek opzich vond ik een leuk verhaal hebben. Niet met heel veel diepgang, maar het las heel vlot. Je kreeg een beeld van Nederland tijdens de 17e – 18e eeuw. Dus historisch gezien was het ook interessant om het te lezen.
Welk gevoel had je achteraf? Wat had je (niet) verwacht?
Ik had een voldaan gevoel, het verhaal was rond. Het had een mooi einde waarbij Saartje en Auke zouden trouwen. Het is een vrij voorspelbaar boek, als je achteraf beziet dan waren alle gebeurtenissen vrij logisch dat het zou gebeuren.
Wat vond ik van de manier van vertellen?
Het was een auctoriale verteller. Deze manier van vertellen past volledig bij het boek. Je wordt op deze manier helemaal meegenomen in het verhaal.
Wat vond ik van de print van het boek?
Het is een mooie koffer die een beetje vervaagd is. op de voorkant is een meisje te zien. Het is duidelijk dat zij zich bevindt een drukke stad, de boten en de hoge gebouwen geven dat weer. Je merkt duidelijk dat het verhaal zich ten tijde van de VOC afspeelt, vele boten en water, water wat ook weer duidt op Amsterdam.
Hoe vlot las het boek?
Het boek las heel vlot, het is niet moeilijk geschreven en het woordgebruik is ook niet moeilijk. Er gebeurt niet super veel in het verhaal, dus op dat vlak gaat het soms wat vervelen. Een boek dat enigszins spanning met zich meedraagt werkt aanstekelijker dan dit soort boeken. Het is wel raar want doorgaans zijn boeken van Thea Beckman wel spannender, vind ik.
Wat ik goed vond van het boek?
Dit antwoord hangt dan een beetje samen met de vorige vraag. Ik vond het een leuk boek omdat er ook wat historische feiten worden aangehaald. De stad Amsterdam wordt beschreven tijdens een periode van rijkdom, ten tijde van de VOC was de stad uiteraard een belangrijk geschiedkundig feit. En zoals ik al zei, het boek las vlot zonder dat er al te veel gebeurde maar als je gewoon eens een boek vastneemt om te ontspannen, vind ik het wel een leuk boek omdat je er juist niet te veel bij moet nadenken.
Narratologisch aspect: ruimte
Het is een geografische ruimte. Het hele verhaal speelt zich af in een weeshuis en een herberg in Amsterdam. Het weeshuis is op dit moment een monument in Amsterdam.
Het verhaal speelt zich af in de bloeiperiode van Amsterdam tijdens de VOC. Dat is dan ook een belangrijk aspect van het verhaal.